UniC-onderwijs

Op je toekomst voorbereid: kenmerken van ons onderwijs

UniC biedt inmiddels 20 jaar eigenzinnig havo- en vwo-onderwijs aan. UniC-leerlingen krijgen onderwijs dat aansluit bij de eisen van deze tijd. Met ons onderwijs werken we toe naar het behalen van een havo- of vwo-diploma.

We onderscheiden ons daarin vanuit de volgende 10 kenmerken:

1. Een sterke pedagogische basis

Op UniC geloven wij dat elke leerling zichzelf het beste kent. Wij nemen de leerling serieus en zijn nieuwsgierig naar diens ontwikkeling en mogelijkheden. De relatie tussen school en de leerling staat in het teken van de verbinding, vertrouwen, autonomie en positiviteit. We hebben hoge verwachtingen en moedigen de leerling aan het beste uit zichzelf te halen. Fouten maken, daarvan leren, jezelf herstellen en leren omgaan met tegenslag vinden we daarbij belangrijk.

2. Leerlingen ontwikkelen hun talent, tonen initiatief en nemen verantwoordelijkheid

Op UniC krijgen leerlingen volop gelegenheid om te ontdekken waar ze goed in zijn en krijgen ze de ruimte om keuzes te maken. In de les kunnen leerlingen vaak kiezen hoe ze aan hun leerdoelen willen werken. Bij MotiVaktie nemen leerlingen bovendien de verantwoordelijkheid om op basis van hun eigen interesses zelf te bepalen wát ze willen onderzoeken en leren. Ook bij de profielkeuze is er ruimte voor eigenheid: bijvoorbeeld door een bèta-profiel met een kunstvak te combineren.

3. Leerlingen ontdekken hoe je effectief kunt samenwerken

Op UniC werken leerlingen veel samen in MaatjesCirkels (MC’s). Een MC is een groepje leerlingen binnen een klas. Leerlingen verdelen onderling taken wanneer ze in een MC een opdracht maken. Ze zijn samen verantwoordelijk voor de planning. Leerlingen reflecteren en geven elkaar feedback op zaken als de samenwerking in de MC. Hoe maak je goede afspraken? Wat doe je als iemand afhaakt? We begeleiden leerlingen hier actief bij.

4. Leerlingen ontwikkelen een kritische en onderzoekende houding

Leren is op UniC een actieve bezigheid. Hoe denk je over een bepaald onderwerp en wat kun je erover te weten komen? Leerlingen worden begeleid in het ontwikkelen van een kritische denkhouding. Wat is waar, wat niet en hoe kom je daarachter?

5. Docenten geven het goede voorbeeld door zich te blijven ontwikkelen

Leerlingen en docenten doorlopen een vergelijkbaar proces. Ook docenten werken veelvuldig samen, reflecteren en geven elkaar feedback. Op die manier werken ze aan hun kwaliteit, kunnen zij zich beter inleven in de leerlingen en hen goed ondersteunen.

6. We maken intensief gebruik van digitale middelen

Op UniC hebben we laptoponderwijs. We maken daardoor weinig gebruik van boeken. De inzet van digitale leermiddelen verschilt per vak, leerjaar en docent.

7. Leerlingen oefenen met maatschappelijke en actuele situaties

Op UniC werken we veel met zelfontwikkelde lesmethodes om het leren actief, actueel en aantrekkelijk te maken. We werken regelmatig in projecten en thema’s aan realistische opdrachten. Bijvoorbeeld door bedrijven te helpen bij een vraagstuk of door samen te werken met de buurt aan een project over duurzaamheid.

8. Leerlingen krijgen goede begeleiding

Onze docenten en onderwijsondersteunend personeel zijn erop gericht de leerling met diens talenten en uitdagingen goed te leren kennen. Op UniC staat de mentor dichtbij de leerling. Mentoren begeleiden de studievoortgang, de persoonlijke ontwikkeling en de samenwerking met anderen.

9. UniC biedt een veilige omgeving

Leerlingen op UniC durven zichzelf te zijn, zich te uiten en te ontwikkelen. Dat wordt extra duidelijk op speciale dagen zoals Paarse Vrijdag waar veel leerlingen actief aan meedoen. We hechten veel waarde aan een plezierige sfeer en een veilig klimaat.

10. Leerlingen halen een diploma met méér-waarde

De leerlingen op UniC hebben na het behalen van hun diploma zicht gekregen op wie zij zijn, wat zij willen en wat zij kunnen. Met het volgen van UniC-onderwijs ontwikkelen leerlingen zowel vakkennis als sociale competenties als samenwerken, reflecteren en kritisch denken. Oud-leerlingen geven vaak aan hiermee een voorsprong te hebben in het vervolgonderwijs.

UniC-onderwijs: van brugklas tot eindexamen

Hoe ziet een op UniC dag eruit?

Alle leerlingen uit de onder-én bovenbouw hebben dezelfde lestijden:

08.30-09.00 Optie tot mentorhalfuur
09.00-10.30 Sessie 1
10.30-10.45 Pauze
10.45-12.15 Sessie 2
12.15-13.00 Pauze
13.00-14.30 Sessie 3
14.30-14.45 Pauze
14.45-15.45 Sessie 4 voor leerjaar 1 en vlieguren 2&3
14.45-16.15 Sessie 4 voor alle andere lessen

Op maandagmiddag zijn leerlingen na sessie 2 (12.15 uur) vrijgeroosterd om thuis aan school te werken. Docenten gebruiken deze maandagmiddag voor ontwikkeltijd. Op woensdag is er ruimte voor verbredende activiteiten zoals de schoolband, de GSA, kunst/drama of de feestcommissie. Dit zijn de UniC Connect Uren: verbindende activiteiten dwars door leerjaren heen. Leerlingen kunnen in deze tijd ook aan eigen initiatieven werken en hier bijvoorbeeld hulp van docenten voor inschakelen. Een rooster van een leerling binnen leerjaar 1 kan er dus bijvoorbeeld zo uitzien:

Lestijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30-9.00 Mentor Mentor
9.00-10.30 Nederlands Maatschappij Lichamelijke Opvoeding Natuur Frans
Pauze
10.45-12.15 Duits Kunst Wiskunde Kunst/Informatica Motivaktie
Pauze
13.00-14.30 Thuiswerken/Lesvrij Natuur Engels Nederlands/Wiskunde Maatschappij
Pauze
14.45-16.15 Thuiswerken/Lesvrij Project UniC Connect Uren Project Project

Voor de volledige verdeling van uren over de verschillende vakken, zie ook lessentabel.

Een aantal andere belangrijke zaken kenmerkt de UniC-dag. Zo is de afspraak rondom mobiele telefoons ‘thuis of in de kluis’ (zie ook: mobielbeleid). We zorgen er als team gezamenlijk voor dat er zo min mogelijk lessen uitvallen. Tijdens de geplande en ongeplande tussenuren kan je zelfstandig aan de slag met opdrachten.

Leren in de onderbouw

Op UniC hebben we een brede, driejarige brugperiode waar havo- en vwo-leerlingen bij elkaar zitten. Deze eerste drie jaren werken leerlingen met thema’s en opdrachten uit het leergebied natuur of maatschappij. In het thema natuur zijn de vakken biologie, natuurkunde en scheikunde geïntegreerd. Het thema maatschappij bestaat uit geschiedenis, aardrijkskunde en maatschappijleer. Deze lesuren vinden vaak plaats in domeinen waarbij 60 leerlingen en minimaal twee docenten gezamenlijk aan het werk zijn. Hierbij werken de leerlingen zowel individueel als in maatjescirkels.

Ook staat het leren in het teken van het ontwikkelen van vaardigheden die leerlingen de rest van je (school)carrière goed kunnen gebruiken. Hoe kun je zelfstandig leren én samenwerkend leren? Hoe leer je over jezelf te praten en iets over jezelf te presenteren? Hoe leer je plannen en houd je je resultaten bij? Hoe zorg je op tijd en zonder stress je metingen en praktijkopdrachten succesvol afrondt, zodat je overgaat naar het volgende leerjaar? Daarnaast ontwikkelen leerlingen hun talenten en interesses zodat ze verder ontdekken wie ze zijn.

In leerjaar 1 en leerjaar 2 krijgen leerlingen wekelijks het vak MotiVaktie dat leerlingen ondersteunt bij hun persoonlijke ontwikkeling. Ze verkennen hun interesses, ontdekken wie ze zijn en wat ze boeit. Ze krijgen de ruimte om nieuwe dingen te onderzoeken en nieuwe wegen in te slaan. De MotiVaktietijd wordt ook gebruikt om belangrijke studievaardigheden als reflecteren, organiseren, structureren en plannen aan te leren die de leerlingen bij andere vakken weer nodig hebben.

Andere ‘monovakken’ zijn Nederlands, Wiskunde, Frans, Duits, Engels, Kunst (Drama, Beeldend, Muziek), Informatica en Lichamelijke Opvoeding (gym). Wekelijks hebben leerlingen 1 of 2 mentorhalfuren. Bij veel vakken kunnen leerlingen op havo- of op vwo-niveau opdrachten maken. De docent en de mentor ondersteunen de leerling bij het maken van deze keuzes.

In de onderbouw zijn er gemiddeld twee UniC-weken per jaar. Tijdens deze weken werken leerlingen met elkaar aan thema’s, die verder gaan dan het reguliere onderwijsprogramma. Er worden thema’s behandeld zoals mediawijsheid en duurzaamheid.

In leerjaar 1 volgen de leerlingen ook het vak Project waar ze gedurende enkele weken gezamenlijk aan een project werken. Zo werken we aan 5 verschillende projecten in het eerste jaar. Leerlingen leren vanaf het begin op UniC werken in een MaatjesCirkel. De vaste begeleider van de maatjescirkel is ook de mentor van de leerlingen. Daarnaast werken leerlingen uiteraard ook individueel aan leerdoelen en opdrachten.

In leerjaar 2 krijgen de leerlingen in plaats van het vak Project extra lestijd voor wiskunde/ rekenen en Nederlands/taal. Dit doen we om extra aandacht te hebben voor de basisvaardigheden. Ook kunnen ze begeleid kiezen voor extra -versterkende- lestijd in een ander vak. Dit noemen we de VLIEG-uren. Aan het eind van leerjaar 2 krijgen leerlingen een voorlopig advies voor havo of vwo.

In leerjaar 3 werken we geleidelijk toe naar de overstap richting de bovenbouw. We leggen meer nadruk op vakgericht werken en kennisverwerving. Ook in dit leerjaar hebben leerlingen VLIEG-uren, zodat ze in bepaalde vakken extra les en ondersteuning kunnen krijgen. Het is bovendien belangrijk dat leerlingen ontdekken wat ze willen, want ze gaan keuzes maken.

Ze krijgen voorlichting en advies over vervolgstudies en beroepen. Aan het einde van leerjaar 3 maken leerlingen, samen met school en ouders, een definitieve keuze voor havo of vwo en een profiel. In de loop van het jaar is hier ruime aandacht, begeleiding en advies voor. De leerlingen starten daarnaast met het verkennen van de arbeidsmarkt door middel van een snuffelstage van drie dagen. Op UniC lopen leerlingen in de regel geen maatschappelijke stage.

Leren in de bovenbouw

In leerjaar 4, 5 en 6 gaan UniC-leerlingen zich steeds meer richten op hun eindexamen. Dit gebeurt in klassen van maximaal 30 leerlingen. Ook de onderwijsvorm past zich aan: bovenbouwleerlingen werken met name in enkelvoudige vakken aan de doelen en vaardigheden die bij de vakken uit hun profiel passen. Wel blijft de aandacht voor vaardigheden zoals plannen, samenwerkend leren en reflecteren bestaan.

In de bovenbouw krijgen leerlingen het vak Challenge. Tijdens Challenge werken leerlingen in een groepje aan profielgebonden, vakoverstijgende projecten, waarbij ze ook verbinding met de buitenwereld zoeken.

In de bovenbouw werken leerlingen afwisselend individueel en samen. Naast de lessen, krijgen leerlingen ook VLIEG-uren aageboden, waarin ze onder begeleiding van een vakdocent aan opdrachten werken. Er zijn ook lesblokken Zelfstandig Werken, waarin leerlingen de tijd krijgen om zelfstandig aan de slag te gaan met schoolopdrachten. Dit wordt begeleid door een domeincoach. In de bovenbouw wordt de UniC-week vormgegeven in een toetsweek.

In leerjaar 4 gaan leerlingen aan de slag met het profiel waar ze aan het einde van leerjaar 3 voor gekozen hebben. Op UniC kan je uit vier profielen kiezen:

  1. Cultuur en Maatschappij
  2. Economie en Maatschappij
  3. Natuur en Techniek
  4. Natuur en Gezondheid

Ben je doorgestroomd naar de havo, dan start je in 4-havo met je pre-examenjaar. Hierin maken leerlingen een start met het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Hierover lees je meer in het volgende hoofdstuk. Stroom je door naar 4-vwo, dan volg je een extra verdiepingsjaar.

In leerjaar 5 en 6 maken leerlingen de overstap naar onze bovenbouwlocatie op de Kanaalweg. De havo-leerlingen starten met het examenjaar. De vwo-leerlingen beginnen in 5-vwo met het pre-examenjaar en het PTA. Na het afronden van de examenstof, bereiden de leerlingen in 5 havo en 6 vwo zich voor op hun eindexamen. Dat doen zij onder begeleiding van hun docenten. De activiteiten binnen deze leerjaren zijn gericht op het centraal eindexamen.

Het PTA en Eindexamenreglement

Bij de start van het leerjaar informeren we alle leerlingen uit leerjaar 4, 5 en 6 uitgebreid over het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). In het PTA staat per vak aangegeven welke toetsen er zijn, welke stof daarbij aan bod komt en hoe zwaar het cijfer van de toets meetelt bij de bepaling van het eindcijfer voor dat bepaalde vak. Op basis van een PTA kan een leerling uit de bovenbouw een planning maken voor het lopende schooljaar.

In het examenreglement staan alle afspraken en regels voor het schoolexamen (SE) en het centraal schriftelijk eindexamen (CE). Dit reglement geldt voor alle scholen van NUOVO en staat op de website van NUOVO: https://www.nuovo.nl/documenten. Op basis van het algemene reglement heeft UniC een aanvullend reglement gemaakt. Dit reglement wordt samen met het PTA aan de leerlingen uitgereikt. Wij adviseren leerlingen en ouders om dit reglement zorgvuldig door te nemen.

Grip op het leerproces

Regie bij de leerling

Leren op UniC is een continu proces. Docenten maken lessen en opdrachten zó, dat leerlingen zelf veel te zeggen hebben over wat, hoe en wanneer ze leren. Leerlingen nemen op UniC zelf de verantwoordelijkheid voor het bespreken van hun voortgang tijdens mentorgesprekken. Ook presenteren de leerlingen hun bevindingen tijdens mentorspreekavonden met ouder, leerling en mentor. De mentor begeleidt de leerlingen hier actief bij. Alle afspraken over het monitoren van de voortgang staan beschreven in het leerlingenstatuut.

Beoordelingen en overgang

In de onderbouwgeven docenten feedback over de metingen en opdrachten met een o = onvoldoende, v = voldoende, g = goed en u = uitstekend.Ookontvangen leerlingen zo veel mogelijk inzicht in wat ergoed gaat ener nog te verbeteren valt.Aan de hand van deze feedback enfeedforwardkunnen leerlingen verder aan de slag met hetwerken aan hun leerdoelen.De moderne vreemde talen werken in deze leerjaren met het ERK (het Europees Referentie Kader), waarbij leerlingen onder, op of boven het verwachte niveau kunnen presteren.

Op Magister kunnen ouders de voortgang van hun kind volgen. Elke ouder krijgt daarvoor eigen inloggegevens.Aan het eind van een periodegeven docenten een beoordeling opMagister in de vorm van een O, V, G of U.Ook vullen docenten en leerlingen per vak een stoplicht in. Het stoplicht bestaat uit kleur en toelichting met feedback enfeedforward.De stoplichten geven een rijker beeldvan waar de leerling staat ten opzichte van het einddoel.

In leerjaar 4, 5 en 6 beoordelen docentenmetingen en praktische opdrachten meteencijfer.Naast de resultatenop Magister gevenleerlingen endocenten ook in deze leerjaren feedback enfeedforwardin de vorm van een stoplicht. Dit is ook zichtbaar in Magister.

Tijdens de mentorspreekavonden en de voortgangs- en overgangsvergaderingen, nemen we de beoordelingen en informatie uit de stoplichten als uitgangspunt voor het gesprek en de besluitvorming.Voor ieder leerjaar gelden doorstroomregelingen, te vinden op onze website. Daar staat precies in wat de procedure en voorwaarden zijn om over te gaan naar een volgend leerjaar. Zijn er tussendoor vragen over de voortgang, dan is het altijd mogelijk op contact om te nemen met de mentor.

Ons team

Op UniC zijn we trots op onze docenten die op een vakkundige manier en met veel enthousiasme onze eigenzinnige vorm van onderwijs vormgeven en waarmaken.

Docententeam

Het team van UniC bestaat uit bevoegde 1e- en 2egraads docenten en teamondersteuners. Docenten kiezen vaak bewust voor UniC om vanuit de sterke pedagogische visie, creativiteit en eigenheid van UniC-leerlingen in hun ontwikkeling te begeleiden. We zijn een opleidingsschool: dat wil zeggen dat er veel studenten van de lerarenopleidingen hun stagelopen op UniC. De combinatie van docenten en stagiaires zorgt ervoor dat we ervaring kunnen verbinden met nieuwe energie en actuele inzichten. Zo levert UniC een bijdrage aan de ontwikkeling van toekomstige docenten.

Teamteaching

Docenten werken op UniC veel samen zowel bij het ontwikkelen van onderwijs als in de klas. Binnen het lesgeven in de domeinen (plusminus 60 leerlingen), staan docenten gezamenlijk op de groep. Ze verdelen de taken en werken samen aan het verzorgen van een goede les: wat betreft de instructiemomenten en begeleid/zelfstandig (samen)werken. Op die manier kunnen docenten gebruikmaken van elkaars kwaliteiten en zorgen ze voor het verbeteren van hun lessen door regelmatig samen te reflecteren.